‘Fietsen als medicijn en zakelijk smeermiddel’

Voor Frank Heidanus (50) is wielrennen meer dan een hobby. Hij heeft er veel aan te danken. Frank wil dat graag op zaterdagmorgen uitleggen tijdens een fietsrondje. En dan moet de foto gemaakt worden het hoogste punt van de Holterberg, zijn lievelingsplek. “Al hou ik van doorfietsen, ik vind het uitzicht hier zo mooi dat ik er vaak een kwartiertje blijf stilstaan.”

“Mijn orthopedisch chirurg gaf me op mijn dertigste de gouden tip om te gaan fietsen. Het heeft me veel gebracht. Op de eerste plaats medisch, want ik heb bij deze sport het minste last van de artrose in mijn knie. Maar ook mentaal: je vecht tegen jezelf. De eerste keer dat ik een berg was opgefietst, de Mont Ventoux, gaf de grootste adrenalinekick. Ik doe nu alweer jaren cyclo’s met mijn broer. De Marmotte, De Drie Passentocht, drie keer de Mont Ventoux op één dag… Zwaar? Ach, kwestie van een goede voorbereiding.

Die voorbereiding vind ik zalig. Ik stap op een vrije dag om acht uur op het zadel met een bepaald doel voor ogen en ik weet dat ik pas om vijf uur hoef terug te keren. Alleen het fietsen is dan belangrijk, de rest niet.

Van een wedstrijdje hou ik ook. Ik heb heel wat keren meegedaan aan de Ronde van Enter, maar helaas nooit een podiumplek behaald. Wel heb ik – eerlijk gezegd met name op wilskracht – een keer een individuele rit gewonnen bij mijn wielervereniging, Toerclub Enter. Al zit ik daar vooral bij vanwege de gezelligheid en een klein beetje vanwege het competitieve aspect.

Frank bovenop Holterberg
Frank bovenop Holterberg

Geen Strava-junk meer

Een paar jaar geleden was ik trouwens een echte Strava-junk, die app waarop je je prestaties kunt bijhouden. Ik wilde telkens de snelste zijn, want dan krijg je het predicaat ‘King of the Mountain’. En bij Strava kun je complimenten uitdelen of ontvangen. Dat is natuurlijk altijd leuk. Tegenwoordig ben ik iets minder fanatiek en ga niet meer zo vaak maximaal voluit. Ik begin mijn leeftijd een beetje te voelen. Bovendien opende Thijs Zonneveld mijn ogen toen hij een treffende column over Strava-junks schreef met een gedichtje erin. Thijs begint zijn column zo: ‘Sinds een week weet ik wie de duivel is. Hij zit in mijn telefoon en hij heet Strava. Ik heb mijn ziel aan hem verkocht maar ik krijg er niets voor terug. (…)

Ik lijd, ik smijt, ik snotter en ik hijg. Ik vloek, ik ros, ik martel en ik kots.’

Ik heb dat een keer tijdens een zakelijke presentatie voorgedragen met de gedragen stem van Jan van Veen en zijn muziek van Candlelight (gedichtenprogramma op de radio uit de jaren 80, red.). Zoiets blijft dan hopelijk ook hangen bij de mensen die je toespreekt.

Gezonde ‘kettingolie’

Als directeur van Voskamp, een bedrijf met 450 werknemers in de bouwwereld, heeft het fietsen me sowieso veel gebracht. Op meerdere manieren, hoor. Zo organiseert ons bedrijf bijvoorbeeld één keer per jaar een toertocht voor 150 zakenrelaties, met Hennie Kuiper als gastheer. Het blijkt dat heel veel mensen in mijn branche weleens op een racefiets zitten en zo’n toertocht geweldig vinden. Sterker nog, er zijn zoveel bedrijfstoertochten in deze regio dat we met een groepje elk jaar de koppen bij elkaar steken om ervoor te zorgen dat de diverse evenementen elkaar niet overlappen.

Verder sponsoren we zowel de Ronde van Overijssel als het opleidingsteam in Oost Nederland van het Volker Wessels-Merckx Cycling Team. Het externe belang voor ons is het onderhouden van een goede relatie met de andere sponsoren en het interne belang is dat het contact met wielrenners voor een kruisbestuiving zorgt: vier van hen werken nu bij ons. Dat geldt trouwens ook voor drie ploeggenoten van mijn eigen gezellige fietsteam. Daar ben ik best wel trots op.

Het grapje gaat dat je alleen bij ons aangenomen wordt als je fietst. Dat is natuurlijk niet zo, maar (brede glimlach van Frank, red.) het is wel een pre. Fietsers weten wat doorzetten is, dus ze klagen niet zo snel als ze een keer moeten overwerken. En bij klanten hebben ze vrij makkelijk een ingang door een gedeelde interesse.

Eigen hometrainer

Ik hecht er veel waarde aan dat mensen die bij ons werken vitaal blijven en mede daardoor plezier in hun werk hebben. Dan moet je als bedrijf ook de daad bij het woord voegen, vind ik. Op drie afdelingen kunnen de medewerkers daarom op een hometrainer achter hun nieuwe hoog-laagbureau zitten. Sommigen komen me trots melden hoeveel kilometer ze op een dag hebben gereden. Prachtig! Mijn nieuwste plannetje is dat ik de rokersruimte laat ombouwen tot vitaalruimte met fitnessapparatuur, spelactiviteiten en fruit. Dan kan iedereen lekker ontspannen in de pauze of na afloop. Ook goed tegen burn-outs.

Zelf ben ik niet zo burn-outgevoelig. Dat komt enerzijds doordat ik een optimist ben en anderzijds doordat ik fiets. Om dat laatste te illustreren haal ik graag Einstein aan: ‘Het leven is als fietsen, om je evenwicht te bewaren moet je in beweging blijven.’ Dat geldt zeker voor mij. Fietsen zorgt voor balans én inspiratie in mijn leven. Als ik op de fiets zit, wordt eerst mijn hoofd leeg. Het is net of ik op de resetknop van de computer heb gedrukt. Daarna begint het te borrelen en komen de nieuwe ideeën. Heerlijk! Het leven lijkt op de fiets allemaal even zo simpel. Nou ja, mijn lievelingsnummer is niet voor niets Op fietse van Daniel Lohues.”

Lijflied

Terwijl hij in zijn wielrenpak bij restaurant de Sallandse Berg (waar hij overigens twintig jaar geleden is getrouwd) in zijn cappuccino roert, prevelt hij met pretogen het refrein van zijn lijflied:

“Wie döt mij wat, wie döt mij wat

wie döt mij wat vandage

'k heb de banden vol met wind

nee ik heb ja niks te klagen”